Als je in de omgeving van Imlil wandelt hoor je het zacht ruisen van de dennenbomen en het kabbelen van de rivier. In de verte zie je de besneeuwde toppen van de majestueuze Toubkal.
Verder is er weinig dat op de aanwezigheid van mensen duidt. Totdat in de verte een jonge herder met zijn kudde geiten komt aansloffen.
Hij houdt ze bij elkaar door te fluiten en steentjes te gooien naar de achterblijvers. In de zomer blijven ze wel drie maanden achtereen in de hoger gelegen, koelere gebieden.
In het dorpje zelf gaat het er gemoedelijk aan toe. Schoolkinderen slenteren door de straatjes, bij de slager hangt het kadaver van een koe voor de deur. Er zijn een paar eenvoudige restaurants en cafe's en enkele lokale winkeltjes.
Op een van de terrasjes aan het riviertje kun je gerust een middag met een boekje doorbrengen.’s Avonds kun je, liggend op de banken van de gastenkamer, genieten van een heerlijk, speciaal voor jou klaargemaakt diner, met uitzicht op de je omringende bergen.